Hoe lang bestaan jullie nu en hoe zijn jullie ontstaan? 

“We bestaan nu zes jaar. MES staat voor Myrthe, Elise en Sammie. Wij studeerden samen aan de Kunstacademie in Breda en hadden toen al los van elkaar de droom om voor onszelf te beginnen. Na het afstuderen besloten we samen Studio MES op te richten. Het gaat nu goed, we hebben mooie projecten en we hebben inmiddels iemand aangenomen. Elise is met zwangerschapsverlof, dus we hadden sowieso iemand nodig, maar daarnaast willen we ook groeien. We hebben de ambitie om naar een team van tien tot vijftien mensen te groeien.”

Wat onderscheidt Studio MES van andere bureaus?

“Dat begint denk ik bij kwaliteit, dat staat bij ons heel hoog in het vaandel. We zijn met een klein team. Dat heeft aan de ene kant het voordeel dat we niet alleen zijn als ontwerpers en dat er meerdere mensen naar kunnen kijken. Aan de andere kant zitten we, in tegenstelling tot grotere bureaus, zelf met de klant aan tafel. Dat schakelt veel makkelijker en zorgt voor minder ruis. Verder vinden wij kleur heel belangrijk en zorgen we ervoor dat onze klanten daarmee opvallen. Ook bouwen we échte relaties op met klanten, dat vinden we belangrijk. Dat voel je door in de huisstijlen die we maken. En we blijven betrokken bij organisaties en zorgen dat huisstijlen ook mee-ontwikkelen met de organisaties.”

Hoe doe je dat; een huisstijl ontwikkelen?

“Daar hebben we een merktraject voor opgezet, waarbij we in een aantal sessies de klant echt leren kennen, voordat we aan de slag gaan. Vaak weten organisaties wel waar ze staan, maar staat dat niet helemaal helder op papier, of het is niet meer up-to-date. Wij moeten écht weten wat de kern is van het bedrijf en wat de doelstellingen zijn. We beginnen in sessie één met het in kaart brengen van de doelgroep, de why, how, what, en de kernwaarden. Dan volgt een tweede sessie, en daar gaan we kijken naar welke uitstraling bij die waarden past. Aan de hand van beelden, moodboards en archetypes gaan we een stijl neerzetten en de ideeën visualiseren. We laten altijd drie of vier moodboards zien vanuit verschillende invalshoeken. Vanuit daar worden keuzes gemaakt en dan gaan we pas beginnen met het ontwerpen.”

Wat is het geheim van het ontwerpen van een goed logo?

“Ik vind dat het verhaal van de organisatie moet doorschemeren in het logo. Dat is een grote uitdaging, omdat het maar een klein beeld is. Overigens presenteren wij altijd maar één ontwerpvoorstel voor een logo. Eerste stelden we er twee of drie voor, maar we kwamen erachter dat altijd het eerste logo werd gekozen, of dat mensen een combinatie wilden van de logo’s, en dat wordt er nooit beter op. We dachten toen: we leren onze klanten zo goed kennen, we gaan al onze tijd en energie gewoon in dat ene ontwerp stoppen. Dat doen we nu al een hele tijd en dat werkt veel beter.”

Is er een project dat er uitspringt waar je trots op bent?

“We werken voor het Trimbos-instituut, een onderzoeksinstelling voor mentaal welzijn. Zij hebben ook een concept neergezet waarbij ze jongeren van alcohol, tabak en drugs af willen houden. Dat doen ze aan de hand van een model wat uit IJsland komt wat ze in Nederland willen implementeren; daar moest een nieuwe naam en huisstijl voor ontwikkeld worden. Het heet OKO, dat staat voor Opgroeien in een Kansrijke Omgeving. Ze hebben die methode nu, met die naam en huisstijl die wij ontwikkeld hebben, al bij meer dan vijftig gemeentes geïmplementeerd. Dat is wel iets waar we trots op zijn!”

Wat betekent succes voor jou? 

“Goede vraag. Zo’n project voelt natuurlijk wel als een succes. Maar in het grotere geheel denk ik dat succes voornamelijk bestaat uit het plezier wat we hebben door met elkaar en met klanten te werken. Ik vind het allerleukste om dingen te creëren en creatief bezig te zijn. Als ik in mijn werk creativiteit kwijt kan en daarmee andere bedrijven kan helpen om te groeien, dan ben ik succesvol bezig denk ik.”

Wat is je grootste succes tot nu toe?

“Ik vind het leuk dat we ons bedrijf dusdanig hebben kunnen laten groeien dat we nu de stap zetten om iemand aan te nemen. En dat we zo na onze studie direct een bedrijf zijn begonnen en we er nog steeds zijn, is eigenlijk sowieso al een succes.”

Wanneer zijn jullie hier in De Gruyter Fabriek terechtgekomen?

“Vier maanden na de oprichting al. We hadden het geluk dat we meteen een vrij grote opdracht kregen, dus konden we eigenlijk meteen al iets huren. Dat was heel fijn, omdat we nu echt naar een werkplek toe konden gaan en we hier ook klanten konden ontvangen.”

Hoe bevalt de community hier?

“In het begin waren we heel erg bezig met het opbouwen van ons netwerk. Toen hebben we iedereen een berichtje gestuurd met de vraag of we een keer langs konden komen voor een kop koffie. Iedereen heeft de deur dicht, dus je moet het zelf wel opzoeken. Maar we merkten dat de meesten het erg leuk vonden als we langskwamen. Hoewel er niet echt partijen zitten die direct klant zullen worden van ons, hebben we wel een aantal partijen gevonden waar we mee samen kunnen werken. Dat is erg leuk.”

Is er nog een andere meerwaarde aan de fabriek?

“Ik vind dat deze meteen een goede indruk afgeeft aan klanten als deze op bezoek komen. Mensen die binnenkomen zeggen bijna altijd iets over het gebouw. Zo’n brasserie die erbij zit en plekken waar je ook een evenement kunt organiseren, is ook heel fijn om er bij te hebben.”

Heb je ook tips of dingen die je graag anders zou willen zien?

“Ik denk dat iedereen er wel bij gebaat is als er een brug geslagen wordt tussen de verschillende ondernemers. Ik ben weleens bij de speeddate geweest, dat was erg leuk. Ook de Talks zijn leuk, maar daar is minder ruimte voor kruisbestuiving. Het zou leuk zijn als daar nog iets meer aandacht voor kan komen.”

Wat is jouw gouden tip aan de nieuwe generatie creatieve ondernemers?

“Als je wil beginnen met ondernemen zou ik zeggen: start before you’re ready. Probeer niet alles van A tot Z uit te denken, maar begin gewoon. Daar leer je het meeste van. Durf fouten te maken, die heb je nodig om te kunnen groeien. Vier daarnaast ook je successen, sta stil bij wat je allemaal bereikt hebt en waar je staat. Dat maakt het ook leuker.”